Ingrediënten: 4 pers.
Bami:
300 gr. mie nestjes
2 uien
2 tenen knoflook
1 prei
1 winterpeen
1/4 spitskool
3 stengels bosui
1 rode peper
1 theel. trassi
3 theel. chinees vijf kruiden mengsel
100 ml. oestersaus
50 ml. ketjap
2 cm verse gember
1 theel. uienpoeder
zout
peper
Ragout:
20 gr.boter
30 gr.bloem
200 ml. groentebouillon
1 eetl. srirachasaus
1 eetl. ketjap
Paneren:
100 gr. bloem
5 eiwitten
200 gr. paneermeel
Zoetzure pittige gembersaus:
4 rode pepers
3 tenen knoflook
3 cm verse gember
120 gr. suiker
120 ml. water
120 ml. rijstazijn
rasp van citroen
zout
1 eetl. maizena
Bereiding:
Bami:
Breng een pan water aan de kook en kook de mie gaar.
Giet af en spoel koud.
Hak 2 uien en 2 teentjes knoflook fijn.
Snij, 1 prei, 1 winterpeen, ¼ spitskool, 3 stengels bosui, 1 rode peper en 2 cm verse gember fijn.
Bak de uien en de knoflook in een wok met een scheutje olie.
Voeg de fijn daar de fijngesneden peper en gember eraan toe met 1 theelepel trassi.
Roer het even goed door elkaar en voeg 3 theelepels vijfkruiden mengsel, 1 theelepel uienpoeder eraan toe samen met de gesneden winterpeen, spitskool en bosui en bak het goed aan.
Voeg de gekookte mie toe samen met de oestersaus en ketjap.
Breng evt op smaak met een beetje zout.
Haal de bami uit de pan en laat afkoelen.
Ragout:
Voor de ragout smelt je 20 gram boter en voeg je 30 gram bloem toe.
Roer het goed door elkaar en verwarm het even door zodat de bloem gaar wordt.
Voeg dan de helft van de groentebouillon toe en blijf roeren totdat het kookt.
Voeg voordat het helemaal dik wordt de rest van de bouillon toe samen met de srirachasaus en de ketjap.
Roer de ragout door de bami heen.
Leg in een ovenschaal een laagje plastic folie, schep de bami daarop en duw het even goed aan.
Dek dit ook af met plastic folie en zet het een uur in de koelkast.
Zoetzure pittige
gembersaus:
Hak de 4 rode pepers en 3 tenen knoflook fijn en rasp 3 cm gember.
Breng 120 gram suiker met 120 ml water, 120 ml rijstazijn met de gehakte pepers met knoflook en gember aan de kook.
Maak een papje van de maizena door het te mengen met een beetje water.
Zodra het siroop kookt voeg je beetje bij beetje het maizenapapje toe terwijl je goed blijft roeren.
Voeg net zoveel van het papje eraan toe totdat je de gewenste dikte hebt.
Rasp er wat citroenschil doorheen en breng op smaak met wat zout en laat het goed afkoelen.
Haal de bami uit de koelkast snij de bami in vierkanten, zo groot als dat
je je bamischijven wil.
Paneren:
Doe op 1 bord 100 gram bloem, doe op 1 bord de 5 eiwitten en op een bord 200 gram paneermeel. Haal de bami schijf eerst door de bloem.
Klop hem weer goed af.
Haal hem dan door het eiwit en dan direct door de paneermeel.
Dan weer door het eiwit en weer door de paneermeel.
Frituur de bamischijven op 180 graden voor ongeveer 5 tot 8 minuten.
Laat ze goed uitlekken op keukenpapier.
Serveer de bamischijven met de zoetzure pittige saus.
Bron:
BinnensteBuiten, Ramon Brugman
Bami:
300 gr. mie nestjes
peper
20 gr.boter
100 gr. bloem
4 rode pepers
zout
1 eetl. maizena
Breng een pan water aan de kook en kook de mie gaar.
Giet af en spoel koud.
Hak 2 uien en 2 teentjes knoflook fijn.
Snij, 1 prei, 1 winterpeen, ¼ spitskool, 3 stengels bosui, 1 rode peper en 2 cm verse gember fijn.
Bak de uien en de knoflook in een wok met een scheutje olie.
Voeg de fijn daar de fijngesneden peper en gember eraan toe met 1 theelepel trassi.
Roer het even goed door elkaar en voeg 3 theelepels vijfkruiden mengsel, 1 theelepel uienpoeder eraan toe samen met de gesneden winterpeen, spitskool en bosui en bak het goed aan.
Voeg de gekookte mie toe samen met de oestersaus en ketjap.
Breng evt op smaak met een beetje zout.
Haal de bami uit de pan en laat afkoelen.
Voor de ragout smelt je 20 gram boter en voeg je 30 gram bloem toe.
Roer het goed door elkaar en verwarm het even door zodat de bloem gaar wordt.
Voeg dan de helft van de groentebouillon toe en blijf roeren totdat het kookt.
Voeg voordat het helemaal dik wordt de rest van de bouillon toe samen met de srirachasaus en de ketjap.
Roer de ragout door de bami heen.
Leg in een ovenschaal een laagje plastic folie, schep de bami daarop en duw het even goed aan.
Dek dit ook af met plastic folie en zet het een uur in de koelkast.
Hak de 4 rode pepers en 3 tenen knoflook fijn en rasp 3 cm gember.
Breng 120 gram suiker met 120 ml water, 120 ml rijstazijn met de gehakte pepers met knoflook en gember aan de kook.
Maak een papje van de maizena door het te mengen met een beetje water.
Zodra het siroop kookt voeg je beetje bij beetje het maizenapapje toe terwijl je goed blijft roeren.
Voeg net zoveel van het papje eraan toe totdat je de gewenste dikte hebt.
Rasp er wat citroenschil doorheen en breng op smaak met wat zout en laat het goed afkoelen.
Doe op 1 bord 100 gram bloem, doe op 1 bord de 5 eiwitten en op een bord 200 gram paneermeel. Haal de bami schijf eerst door de bloem.
Klop hem weer goed af.
Haal hem dan door het eiwit en dan direct door de paneermeel.
Dan weer door het eiwit en weer door de paneermeel.
Laat ze goed uitlekken op keukenpapier.
Serveer de bamischijven met de zoetzure pittige saus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten