maandag 15 juni 2020

Baktips & trucs: handige weetjes

Meel of bloem?


Meel: wordt gemaakt door graankorrels of noten in hun geheel te vermalen. Hier zitten dus nog zemelen en kiemen in en geeft een broodrecept een mooie grove structuur. 

Bloem: wordt gemaakt van graan dat ontdaan is van het kaf (omhulsel) en vervolgens gezeefd is, zodat alle zemelen en vezels verdwenen zijn. Bloem is een typisch ingrediënt voor het bakken van cakes.

Bakpapier of aluminiumfolie?


Bakpapier: voorkomt dat het deeg van de taart of het gebak aan de bakplaat of -vorm blijft plakken. Omdat het papier waterdicht is, kun je er bijvoorbeeld ook een stoofgerecht mee afdekken zodat er niet te veel vocht verdampt. En je kunt er porties van een ovengerecht in verpakken. 

Aluminiumfolie: voorkomt dat de bovenkant van een ovengerecht of taart verbrandt of uitdroogt. Vooral als een gerecht op een hoge temperatuur moet worden gegaard is aluminiumfolie een uitkomst.
Blind bakken: dit betekend dat je een vel bakpapier op de bodem van de taart legt en hier bovenop een blindbakvulling. Zo hou je de bodem mooi laag en voorkom je dat hij rijst. Zo hou je genoeg ruimte voor een heerlijke vulling.

Invetten bakvorm


Om te zorgen dat je cake of taart gemakkelijk uit de vorm komt na het bakken, vet je de vorm van tevoren goed in. Invetten kan met (gesmolten) boter of zonnebloemolie. Bestuif de vorm vervolgens met bloem.


Ingrediënten in een jasje


Om te voorkomen dat fruit, chocolade of nootjes naar de bodem zakken tijdens het bakken, schep je ze door een beetje bloem. Spatel ze daarna voorzichtig door het beslag.


Verhouding koekjesdeeg


1.2.3. Koekjesdeeg heeft altijd eenzelfde verhouding: 100 g suiker: 200 g boter: 300 g bloem. En een eitje. Makkelijk te onthouden!


Belangrijk: kamertemperatuur, meten en zeven


Kamertemperatuur: Zorg dat al je ingrediënten op kamertemperatuur zijn, tenzij anders vermeld. Dit verkleint de kans op het schiften van het beslag.

Meten: Bakken is bijna een exacte wetenschap. Weeg je ingrediënten altijd precies af voor het beste resultaat. 

Zeven: Bloem en meel zeven is belangrijk. Hiermee creëer je luchtigheid in je baksel. Ook voorkomt het klontjes in je deeg of beslag.

Goede rijs!


Gist: is een natuurlijk rijsmiddel dat gebruikt wordt in stevige deegsoorten, zoals brooddeeg. Meng altijd eerst het zout met het meel voordat je de gist erbij doet. Anders wordt de rijzende werking van de gist afgebroken. 

Baksoda: reageert met zuur, bijvoorbeeld karnemelk, azijn of citroensap. Als je een zuur ingrediënt in je baksel gebruikt, kies dan voor baksoda. 

Bakpoeder: is een mengsel van baksoda en een zuur. Gebruik dit als er geen zure ingrediënten in het baksel worden gebruikt. 
Zuurdesem: is een brooddeeg dat wordt gemaakt zonder toevoeging van gist. De enige ingrediënten zijn bloem en water. Het rijzen van het deeg vindt plaats dankzij melkzuurbacteriën en gisten die van nature in het deeg aanwezig zijn.


100 gram verse gist = 33 gram gedroogde gist / 3 gram verse gist = 1 gram droge gist

Geen opmerkingen:

Een reactie posten